Summary
Dutch to German: more detail...
- feliciteren:
-
Wiktionary:
- feliciteren → gratulieren
- feliciteren → gratulieren, beglückwünschen
Dutch
Detailed Translations for feliciteren from Dutch to German
feliciteren:
-
feliciteren (gelukwensen)
Conjugations for feliciteren:
o.t.t.
- feliciteer
- feliciteert
- feliciteert
- feliciteren
- feliciteren
- feliciteren
o.v.t.
- feliciteerde
- feliciteerde
- feliciteerde
- feliciteerden
- feliciteerden
- feliciteerden
v.t.t.
- heb gefeliciteerd
- hebt gefeliciteerd
- heeft gefeliciteerd
- hebben gefeliciteerd
- hebben gefeliciteerd
- hebben gefeliciteerd
v.v.t.
- had gefeliciteerd
- had gefeliciteerd
- had gefeliciteerd
- hadden gefeliciteerd
- hadden gefeliciteerd
- hadden gefeliciteerd
o.t.t.t.
- zal feliciteren
- zult feliciteren
- zal feliciteren
- zullen feliciteren
- zullen feliciteren
- zullen feliciteren
o.v.t.t.
- zou feliciteren
- zou feliciteren
- zou feliciteren
- zouden feliciteren
- zouden feliciteren
- zouden feliciteren
en verder
- ben gefeliciteerd
- bent gefeliciteerd
- is gefeliciteerd
- zijn gefeliciteerd
- zijn gefeliciteerd
- zijn gefeliciteerd
diversen
- feliciteer!
- feliciteert!
- gefeliciteerd
- feliciterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for feliciteren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
gratulieren | feliciteren; gelukwensen |
Wiktionary Translations for feliciteren:
feliciteren
Cross Translation:
verb
-
iemand geluk toewensen
- feliciteren → gratulieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• feliciteren | → gratulieren; beglückwünschen | ↔ congratulate — to express one’s sympathetic pleasure or joy to the person(s) it is felt for |
• feliciteren | → beglückwünschen; gratulieren | ↔ féliciter — complimenter quelqu’un sur un succès, sur un événement agréable. |