Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. maart:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for maart from Dutch to German

maart:

maart [de ~ (m)] noun

  1. de maart (lentemaand)
    der März; der Frühlingsmonat
  2. de maart
    der März

Translation Matrix for maart:

NounRelated TranslationsOther Translations
Frühlingsmonat lentemaand; maart
März lentemaand; maart

Related Words for "maart":

  • maarten, maarts

Related Definitions for "maart":

  1. derde maand van het jaar, lentemaand1
    • in maart komen de eerste vogels uit het zuiden1

Wiktionary Translations for maart:

maart
noun
  1. der dritte Monat im Jahr

Cross Translation:
FromToVia
maart März; Lenzing March — third month of the Gregorian calendar
maart März marstroisième mois de l’année du calendrier grégorien.