Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. opkloppen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opkloppen from Dutch to German

opkloppen:

opkloppen verb (klop op, klopt op, klopte op, klopten op, opgeklopt)

  1. opkloppen (overdreven voorstellen; overdrijven; opblazen; aandikken; opschroeven)
    aufblasen; übertreiben; aufbauschen; andicken
    • aufblasen verb (blase auf, bläst auf, blies auf, bliest auf, aufgeblasen)
    • übertreiben verb (übertreibe, übertreibst, übertreibt, übertrieb, übertriebt, übertrieben)
    • aufbauschen verb (bausche auf, bauscht auf, bauschte auf, bauschtet auf, aufgebauscht)
    • andicken verb (dicke an, dickst an, dickt an, dickte an, dicktet an, angedickt)
  2. opkloppen (iets overdreven voorstellen; overdrijven; opblazen; aandikken)
    übertreiben; aufbauschen; andicken
    • übertreiben verb (übertreibe, übertreibst, übertreibt, übertrieb, übertriebt, übertrieben)
    • aufbauschen verb (bausche auf, bauscht auf, bauschte auf, bauschtet auf, aufgebauscht)
    • andicken verb (dicke an, dickst an, dickt an, dickte an, dicktet an, angedickt)

Conjugations for opkloppen:

o.t.t.
  1. klop op
  2. klopt op
  3. klopt op
  4. kloppen op
  5. kloppen op
  6. kloppen op
o.v.t.
  1. klopte op
  2. klopte op
  3. klopte op
  4. klopten op
  5. klopten op
  6. klopten op
v.t.t.
  1. heb opgeklopt
  2. hebt opgeklopt
  3. heeft opgeklopt
  4. hebben opgeklopt
  5. hebben opgeklopt
  6. hebben opgeklopt
v.v.t.
  1. had opgeklopt
  2. had opgeklopt
  3. had opgeklopt
  4. hadden opgeklopt
  5. hadden opgeklopt
  6. hadden opgeklopt
o.t.t.t.
  1. zal opkloppen
  2. zult opkloppen
  3. zal opkloppen
  4. zullen opkloppen
  5. zullen opkloppen
  6. zullen opkloppen
o.v.t.t.
  1. zou opkloppen
  2. zou opkloppen
  3. zou opkloppen
  4. zouden opkloppen
  5. zouden opkloppen
  6. zouden opkloppen
en verder
  1. ben opgeklopt
  2. bent opgeklopt
  3. is opgeklopt
  4. zijn opgeklopt
  5. zijn opgeklopt
  6. zijn opgeklopt
diversen
  1. klop op!
  2. klopt op!
  3. opgeklopt
  4. opkloppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opkloppen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
andicken aandikken; iets overdreven voorstellen; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven
aufbauschen aandikken; iets overdreven voorstellen; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven bollen; opbollen
aufblasen aandikken; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven
übertreiben aandikken; iets overdreven voorstellen; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven

Wiktionary Translations for opkloppen:


Cross Translation:
FromToVia
opkloppen aufplustern fluff — to make fluffy