Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. actuaris:


Dutch

Suggestions for actuaris in Dutch

Spelling Suggestions for: actuaris


Wiktionary Translations for actuaris:

actuaris
noun
  1. beroep|nld iemand die zich bezighoudt met het doorrekenen en evalueren van risico's

Cross Translation:
FromToVia
actuaris Aktuar; Versicherungsmathematiker; Versicherungsfachmann actuary — maker of insurance calculations

External Machine Translations: