Dutch
Detailed Translations for bagagedrager from Dutch to German
bagagedrager:
Translation Matrix for bagagedrager:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Gepäckkarren | bagagedrager; drager; kruier; sjouwer | |
Gepäckträger | bagagedrager; drager; kruier; sjouwer | bagagerek op autodak; imperiaal; lastdrager; sjouwer; voorbagagedrager; voordrager |
Lastträger | bagagedrager; drager; kruier; sjouwer | lastdrager; sjouwer |
Träger | bagagedrager; drager; kruier; sjouwer | draagbalk; latei; ligger; schoor; schoorbalk; schraag; schuinse steunbalk; steunbalk; stutbalk |
Related Words for "bagagedrager":
Wiktionary Translations for bagagedrager:
bagagedrager
noun
-
een rek op de fiets (of andere tweewieler) waarop bagage bevestigd kan worden
- bagagedrager → Gepäckträger