Summary
Dutch to German: more detail...
- aansprakelijkheid:
- aansprakelijk:
-
Wiktionary:
- aansprakelijkheid → Haftpflicht, Verantwortlichkeit, Haftung
- aansprakelijkheid → Verantwortung, Verpflichtung, Schuld
- aansprakelijk → verantwortlich
- aansprakelijk → verantwortlich zeichnen, verantwortlich, fehlbar, haftend, haftbar, haftpflichtig
Dutch
Detailed Translations for aansprakelijkheid from Dutch to German
aansprakelijkheid:
-
de aansprakelijkheid (verantwoordelijkheid)
-
de aansprakelijkheid
-
de aansprakelijkheid (passiva)
Translation Matrix for aansprakelijkheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Haftpflichtigkeit | aansprakelijkheid; verantwoordelijkheid | |
Haftung | aansprakelijkheid; verantwoordelijkheid | |
Passiva | aansprakelijkheid; passiva | credit; krediet |
Verantwortlichkeit | aansprakelijkheid; verantwoordelijkheid | |
Verbindlichkeit | aansprakelijkheid; passiva | verbintenis; verplichting |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
Verbindlichkeiten | aansprakelijkheid; passiva |
Related Words for "aansprakelijkheid":
Wiktionary Translations for aansprakelijkheid:
aansprakelijkheid
Cross Translation:
noun
aansprakelijkheid
-
verantwoordelijkheid, vervolgbaarheid
- aansprakelijkheid → Haftpflicht; Verantwortlichkeit; Haftung
noun
-
Recht, nur Einzahl: die rechtliche Belangbarkeit
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aansprakelijkheid | → Verantwortung; Verpflichtung; Schuld | ↔ liability — debt |
aansprakelijkheid form of aansprakelijk:
-
aansprakelijk (verantwoordelijk; gehouden)
Translation Matrix for aansprakelijk:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
haftbar | aansprakelijk; gehouden; verantwoordelijk | |
schuldfähig | aansprakelijk; gehouden; verantwoordelijk | toerekeningsvatbaar; verantwoordelijk |
verantwortlich | aansprakelijk; gehouden; verantwoordelijk |
Related Words for "aansprakelijk":
Wiktionary Translations for aansprakelijk:
aansprakelijk
Cross Translation:
adjective
aansprakelijk
-
verantwoordelijk, om vergoeding of betaling aangesproken kunnen worden
- aansprakelijk → verantwortlich
adjective
-
eine Verantwortung für etwas habend, für etwas zuständig seiend
-
zugrundeliegend
-
Amtssprache, verantwortlich zeichnen für etwas: die übertragene Verantwortung ausübend seine Unterschrift unter etwas setzen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aansprakelijk | → verantwortlich | ↔ accountable — Having accountability |
• aansprakelijk | → fehlbar; haftend; haftbar; haftpflichtig | ↔ liable — responsible |
• aansprakelijk | → verantwortlich | ↔ responsible — answerable for an act performed or for its consequences |
• aansprakelijk | → verantwortlich | ↔ correspondant — Qui correspondre à quelque chose. |