Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. toepassing:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toepassing from Dutch to German

toepassing:

toepassing [de ~ (v)] noun

  1. de toepassing (gebruik; aanwending; aanwenden)
    die Anwendung; die Verwendung; der Gebrauch; die Benutzung
  2. de toepassing (aanwending; gebruik; inzet)
    die Verwendung
  3. de toepassing (programma)
    die Anwendung; App; Programm
  4. de toepassing
  5. de toepassing
    die Anwendung

Translation Matrix for toepassing:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anwendung aanwenden; aanwending; gebruik; programma; toepassing aanwending; applicatie; behandeling; gebruik; gewoonte; hantering; traditie; usance
Benutzung aanwenden; aanwending; gebruik; toepassing aanwending; behandeling; gebruik; gewoonte; hantering; traditie; usance
Gebrauch aanwenden; aanwending; gebruik; toepassing aanwending; behandeling; gebruik; gewoonte; hantering; traditie; usance
Verwendung aanwenden; aanwending; gebruik; inzet; toepassing aanwending; behandeling; gebruik; gewoonte; hantering; traditie; usance
- gebruik
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
App programma; toepassing
Commerce Server-Anwendung toepassing
Commerce-Anwendung toepassing
Programm programma; toepassing computerprogramma; programma

Related Words for "toepassing":

  • toepassingen

Synonyms for "toepassing":


Related Definitions for "toepassing":

  1. het ergens voor benutten1
    • de toepassing van een theorie is vaak moeilijk1

Wiktionary Translations for toepassing:

toepassing
noun
  1. een manier waarop iets gebruikt wordt
  2. het in de practijk brengen van iets

Cross Translation:
FromToVia
toepassing Anwendung application — the act of applying as a means
toepassing Anwendung application — the act of directing or referring something to a particular case
toepassing Anwendung application — a computer program