Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: zweet

Dutch and German Translation Search Results for zweet

Summary

Dutch to German: more detail...

zweet:
- Schweiß; Transpiration
zweten:
- Schweiß; Transpiration; Schwitzen; Transpirieren
- ausschwitzen; schwitzen; transpirieren
Wiktionary:
- zweet → Schweiss, Schweiß
- zweet → Schwitzen, Schweiß, Schwitze
- zweten → durchsickern, sickern, triefen, schwitzen

Dutch

Detailed Translations for zweet from Dutch to German

zweet:

zweet [het ~] noun

het zweet (transpiratie; zweten)
der Schweiß; die Transpiration
- Schweiß [der ~] noun
- Transpiration [die ~] noun

Translation Matrix for zweet:

Noun	Related Translations	Other Translations
Schweiß	transpiratie; zweet; zweten
Transpiration	transpiratie; zweet; zweten	transpiraties

Related Words for "zweet":

zweetten, zweten

Wiktionary Translations for zweet:

zweet

noun

transpiratie
- zweet → Schweiss

zweet

noun

Physiologie: Sekret der Schweißdrüsen, das Menschen beim Schwitzen absondern
- Schweiß → zweet

Cross Translation:

From	To	Via
• zweet	→ Schwitzen	↔ perspiration — process of perspiring
• zweet	→ Schweiß; Schwitze	↔ sweat — fluid that exits the body through pores
• zweet	→ Schweiß	↔ sueur — Traductions à trier suivant le sens

zweet form of zweten:

zweten [znw.] noun

zweten (transpiratie; zweet)
der Schweiß; die Transpiration
- Schweiß [der ~] noun
- Transpiration [die ~] noun
zweten (transpireren)
Schwitzen; Transpirieren
- Schwitzen [das ~] noun
- Transpirieren [das ~] noun

zweten verb (zweet, zweette, zweetten, gezweten)

zweten (uitzweten)
ausschwitzen; schwitzen
- ausschwitzen verb (schwitze aus, schwitzt aus, schwitzte aus, schwitztet aus, ausgeschwitzt)
- schwitzen verb (schwitze, schwitzt, schwitzte, schwitztet, geschwitzt)
zweten (transpireren)
schwitzen; transpirieren
- schwitzen verb (schwitze, schwitzt, schwitzte, schwitztet, geschwitzt)
- transpirieren verb (transpiriere, transpirierst, transpiriert, transpirierte, transpiriertet, transpiriert)

Conjugations for zweten:

o.t.t.

zweet
zweet
zweet
zweten
zweten
zweten

o.v.t.

zweette
zweette
zweette
zweetten
zweetten
zweetten

v.t.t.

heb gezweten
hebt gezweten
heeft gezweten
hebben gezweten
hebben gezweten
hebben gezweten

v.v.t.

had gezweten
had gezweten
had gezweten
hadden gezweten
hadden gezweten
hadden gezweten

o.t.t.t.

zal zweten
zult zweten
zal zweten
zullen zweten
zullen zweten
zullen zweten

o.v.t.t.

zou zweten
zou zweten
zou zweten
zouden zweten
zouden zweten
zouden zweten

diversen

zweet!
zweet!
gezweten
zwetend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for zweten:

Noun	Related Translations	Other Translations
Schweiß	transpiratie; zweet; zweten
Schwitzen	transpireren; zweten	transpiraties
Transpiration	transpiratie; zweet; zweten	transpiraties
Transpirieren	transpireren; zweten
Verb	Related Translations	Other Translations
ausschwitzen	uitzweten; zweten
schwitzen	transpireren; uitzweten; zweten	doen zweten
transpirieren	transpireren; zweten

Related Words for "zweten":

zweet

Wiktionary Translations for zweten:

Cross Translation:

From	To	Via
• zweten	→ durchsickern; sickern; triefen	↔ ooze — to secrete or slowly leak
• zweten	→ schwitzen	↔ sweat — to emit sweat
• zweten	→ schwitzen	↔ sweat — to emit in the manner of sweat
• zweten	→ schwitzen	↔ suer — transpirer, rendre de la sueur par les pores de la peau.
• zweten	→ schwitzen	↔ transpirer — S’exhaler, sortir du corps par les pores.

Related Translations for zweet