Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. aangroeiing:


Dutch

Detailed Translations for aangroeiing from Dutch to German

aangroeiing:

aangroeiing [znw.] noun

  1. aangroeiing (aanwas; vermeerdering)
    Anwachsen; die Vermehrung; der Anwuchs

Translation Matrix for aangroeiing:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anwachsen aangroeiing; aanwas; vermeerdering aangroei; aanwas; aanwassen; aanwinst; aanzwellen; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
Anwuchs aangroeiing; aanwas; vermeerdering
Vermehrung aangroeiing; aanwas; vermeerdering verdubbeling; vermenigvuldiging; verveelvoudiging

Related Words for "aangroeiing":

  • aangroeiingen