Summary
Dutch to German: more detail...
- aantonen:
-
Wiktionary:
- aantonen → zeigen, beweisen, nachweisen
- aantonen → zeigen, begründen, beweisen, erhärten, demonstrieren, darstellen, vorführen, beglaubigen, bescheinigen, bezeugen, bestätigen, belegen, beteuern, Zeugnis ablegen, zeugen, erweisen, argumentieren, rechtfertigen
Dutch
Detailed Translations for aantoon from Dutch to German
aantonen:
Conjugations for aantonen:
o.t.t.
- toon aan
- toont aan
- toont aan
- tonen aan
- tonen aan
- tonen aan
o.v.t.
- toonde aan
- toonde aan
- toonde aan
- toonden aan
- toonden aan
- toonden aan
v.t.t.
- heb aangetoond
- hebt aangetoond
- heeft aangetoond
- hebben aangetoond
- hebben aangetoond
- hebben aangetoond
v.v.t.
- had aangetoond
- had aangetoond
- had aangetoond
- hadden aangetoond
- hadden aangetoond
- hadden aangetoond
o.t.t.t.
- zal aantonen
- zult aantonen
- zal aantonen
- zullen aantonen
- zullen aantonen
- zullen aantonen
o.v.t.t.
- zou aantonen
- zou aantonen
- zou aantonen
- zouden aantonen
- zouden aantonen
- zouden aantonen
diversen
- toon aan!
- toont aan!
- aangetoond
- aantonende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aantonen:
Synonyms for "aantonen":
Related Definitions for "aantonen":
Wiktionary Translations for aantonen:
aantonen
Cross Translation:
verb
-
wijzen
- aantonen → zeigen
-
bewijzen
- aantonen → beweisen; nachweisen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aantonen | → zeigen | ↔ show — indicate (a fact) to be true |
• aantonen | → begründen; beweisen; erhärten; demonstrieren; darstellen; vorführen; beglaubigen; bescheinigen; bezeugen; bestätigen; belegen; beteuern; Zeugnis ablegen; zeugen; erweisen | ↔ démontrer — prouver d’une manière évidente et convaincante. |
• aantonen | → argumentieren; begründen; belegen; beweisen; erhärten; rechtfertigen | ↔ prouver — établir la vérité de quelque chose par le raisonnement ou par le témoignage. |