Dutch
Detailed Translations for aanvoering from Dutch to German
aanvoering:
Translation Matrix for aanvoering:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Anführung | aanvoeren; aanvoering; leiding; voorgaan | |
Führung | aanvoeren; aanvoering; leiding; voorgaan | bestuur; management; politiek; rondleiding; voorsprong |
Leitung | aanvoeren; aanvoering; leiding; voorgaan | geleiding; gezichtsrimpel; kabel; kabelleiding; koers; leiding; rimpel; route |
Spitze | aanvoeren; aanvoering; leiding; voorgaan | bergspits; bergtop; bovenkant; bovenzijde; culminatie; eerste plaats; franje; gevel; helmpluim; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; kant; kantkloswerk; kantwerk; passement; passementerie; piek; pluim; pui; punt; summum; tonsuur; top; toppunt; torenspits; uitsteeksel; versierende omzoming; versiering van rafels; voorgevel; voorsprong; voorzijde; zenit |
Vorausgehen | aanvoeren; aanvoering; leiding; voorgaan | |
Vorgehen | aanvoeren; aanvoering; leiding; voorgaan | op komen zetten; oprukken |