Dutch
Detailed Translations for aanwending from Dutch to German
aanwending:
-
de aanwending (toepassing; gebruik; inzet)
die Verwendung -
de aanwending (toepassing; gebruik; aanwenden)
-
de aanwending (hantering; gebruik; behandeling)
die Benutzung; der Gebrauch; die Verwendung; die Anwendung; die Nutzung; die Verwertung; Hantieren; die Handhabung
Translation Matrix for aanwending:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Anwendung | aanwenden; aanwending; behandeling; gebruik; hantering; toepassing | applicatie; gebruik; gewoonte; programma; toepassing; traditie; usance |
Benutzung | aanwenden; aanwending; behandeling; gebruik; hantering; toepassing | gebruik; gewoonte; traditie; usance |
Gebrauch | aanwenden; aanwending; behandeling; gebruik; hantering; toepassing | gebruik; gewoonte; traditie; usance |
Handhabung | aanwending; behandeling; gebruik; hantering | behoud; handhaving |
Hantieren | aanwending; behandeling; gebruik; hantering | |
Nutzung | aanwending; behandeling; gebruik; hantering | utilisatie |
Verwendung | aanwenden; aanwending; behandeling; gebruik; hantering; inzet; toepassing | gebruik; gewoonte; traditie; usance |
Verwertung | aanwending; behandeling; gebruik; hantering | benutting; utilisatie; verwerking |
External Machine Translations: