Dutch
Detailed Translations for aanzetter from Dutch to German
aanzetter:
-
de aanzetter (instigator; aanstichter; opstoker)
Translation Matrix for aanzetter:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Anführer | aanstichter; aanzetter; instigator; opstoker | aanstichter; aanstichters; aanvoerder; aanvoerders; belhamel; bestuurder; bevelhebber; commandant; hoofd; hoofdleider; hoofdman; hoofdmannen; hopmannen; kapitein; kopmannen; kopstuk; kopstukken; leider; leider bij de verkenners; leiders; manager; meesterknecht; opperhoofd; oprichter; raddraaier; raddraaister; scheepskapitein; schipper; stamhoofd; stichter; voormannen; voorwerker; voorzitter |
Anreger | aanstichter; aanzetter; instigator; opstoker |