Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. aflooptijd:


Dutch

Detailed Translations for aflooptijd from Dutch to German

aflooptijd:

aflooptijd [znw.] noun

  1. aflooptijd
    der Einsendeschluß; die Frist

Translation Matrix for aflooptijd:

NounRelated TranslationsOther Translations
Einsendeschluß aflooptijd richtdatum; sluitingstermijn; sluitingstijd; streefdatum; termijn; tijdlimiet
Frist aflooptijd bedenktijd; epoch; epoche; era; periode; respijt; sluitingstermijn; sluitingstijd; termijn; tijdlimiet; tijdperk; tijdsgewricht; tijdslimiet; tijdsverloop; tijdvak; uitstel