Dutch
Detailed Translations for afsplijting from Dutch to German
afsplijting:
-
afsplijting (afsplitsing; afsplitsen; afsplijten)
die Abspaltung
Translation Matrix for afsplijting:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Abspaltung | afsplijten; afsplijting; afsplitsen; afsplitsing | afscheiding; afsplitsing; dissidentie |