Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate badineren

Translate badineren from Dutch to German

Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. badineren:

Dutch

Detailed Translations for badineren from Dutch to German

badineren:

badineren verb (badineer, badineert, badineerde, badineerden, gebadineerd)

  1. badineren
    spassen; scherzen
    • spassen verb
    • scherzen verb (scherze, scherzest, scherzt, scherzte, scherztet, gescherzt)

Conjugations for badineren:

o.t.t.
  1. badineer
  2. badineert
  3. badineert
  4. badineren
  5. badineren
  6. badineren
o.v.t.
  1. badineerde
  2. badineerde
  3. badineerde
  4. badineerden
  5. badineerden
  6. badineerden
v.t.t.
  1. heb gebadineerd
  2. hebt gebadineerd
  3. heeft gebadineerd
  4. hebben gebadineerd
  5. hebben gebadineerd
  6. hebben gebadineerd
v.v.t.
  1. had gebadineerd
  2. had gebadineerd
  3. had gebadineerd
  4. hadden gebadineerd
  5. hadden gebadineerd
  6. hadden gebadineerd
o.t.t.t.
  1. zal badineren
  2. zult badineren
  3. zal badineren
  4. zullen badineren
  5. zullen badineren
  6. zullen badineren
o.v.t.t.
  1. zou badineren
  2. zou badineren
  3. zou badineren
  4. zouden badineren
  5. zouden badineren
  6. zouden badineren
diversen
  1. badineer!
  2. badineert!
  5. gebadineerd
  6. badinerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for badineren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
scherzen badineren dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; ravotten; schertsen; stoeien; streek uithalen; wild rennen; wild spelen; zich uitleven
spassen badineren







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0143 seconds
Page rendered in 1.0 seconds