Dutch
Detailed Translations for bekampen from Dutch to German
bekampen:
-
bekampen (bevechten; bestrijden)
Conjugations for bekampen:
o.t.t.
- bekamp
- bekampt
- bekampt
- bekampen
- bekampen
- bekampen
o.v.t.
- bekampte
- bekampte
- bekampte
- bekampten
- bekampten
- bekampten
v.t.t.
- heb bekampt
- hebt bekampt
- heeft bekampt
- hebben bekampt
- hebben bekampt
- hebben bekampt
v.v.t.
- had bekampt
- had bekampt
- had bekampt
- hadden bekampt
- hadden bekampt
- hadden bekampt
o.t.t.t.
- zal bekampen
- zult bekampen
- zal bekampen
- zullen bekampen
- zullen bekampen
- zullen bekampen
o.v.t.t.
- zou bekampen
- zou bekampen
- zou bekampen
- zouden bekampen
- zouden bekampen
- zouden bekampen
diversen
- bekamp!
- bekampt!
- bekampt
- bekampend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze