Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate bereikbaarheid

Translate bereikbaarheid from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

bereikbaarheid:
- Bereichbarkeit; Verbindung
bereikbaar:
- erreichbar; zugänglich; fahrbar; begehbar; gangbar
Wiktionary:
- bereikbaar → erreichbar
- bereikbaar → erreichbar

Dutch

Detailed Translations for bereikbaarheid from Dutch to German

bereikbaarheid:

bereikbaarheid [de ~ (v)] noun

de bereikbaarheid
die Bereichbarkeit; die Verbindung
- Bereichbarkeit [die ~] noun
- Verbindung [die ~] noun

Translation Matrix for bereikbaarheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
Bereichbarkeit	bereikbaarheid
Verbindung	bereikbaarheid	aaneenkoppeling; aaneensluiting; aaneenvoeging; aansluiting; affaire; akkoord; alliantie; associatie; avontuurtje; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; coalitie; connectie; connectiviteit; contact; correlatie; coöperatie; federatie; gebondenheid; genootschap; koppeling; las; liaison; liefdesrelatie; liga; link; onderling verband; pact; relatie; samenhang; samenvoeging; samenwerkingsverband; schakel; slippertje; sociëteit; studentenbond; studentenvereniging; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; vereniging; verhouding; verloving; verwantschap

Related Words for "bereikbaarheid":

bereikbaar

bereikbaar:

bereikbaar adj

bereikbaar (begaanbaar; toegankelijk)
erreichbar; zugänglich; fahrbar; begehbar; gangbar
- erreichbar adj
- zugänglich adj
- fahrbar adj
- begehbar adj
- gangbar adj

Translation Matrix for bereikbaar:

Modifier	Related Translations	Other Translations
begehbar	begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk	loopbaar
erreichbar	begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk	haalbaar; realiseerbaar; te doen; verwezenlijkbaar
fahrbar	begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk	berijdbaar; bevaarbaar; transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; vervoerbaar
gangbar	begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk	draaiende; gewoon; loopbaar; normaal
zugänglich	begaanbaar; bereikbaar; toegankelijk	aanspreekbaar; amicaal; bedaard; benaderbaar; bereidwillig; gelijkmoedig; genaakbaar; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; onbewogen; ontvankelijk; open; openstaand; rustig; sereen; tegemoetkomend; toegankelijk; toeschietelijk; vatbaar; vriendschappelijk; welwillend

Related Words for "bereikbaar":

bereikbaarheid, bereikbare

Wiktionary Translations for bereikbaar:

bereikbaar

adjective

de eigenschap hebbend dat men ernaartoe kan gaan of communicatie ermee kan hebben
- bereikbaar → erreichbar

Cross Translation:

From	To	Via
• bereikbaar	→ erreichbar	↔ reachable — within easy reach