Dutch

Detailed Translations for bezwarend from Dutch to German

bezwarend:


bezwarend form of bezwaren:

bezwaren verb (bezwaar, bezwaart, bezwaarde, bezwaarden, bezwaard)

  1. bezwaren (bezwaar aantekenen; bezwaar maken)
    beschweren; sich beschweren; reklamieren; beauftragen; klagen; beanstanden
    • beschweren verb (beschwere, beschwerst, beschwert, beschwerte, beschwertet, beschwert)
    • sich beschweren verb (beschwere mich, beschwerst dich, beschwert sich, beschwerte sich, beschwertet euch, sich beschwert)
    • reklamieren verb (reklamiere, reklamierst, reklamiert, reklamierte, reklamiertet, reklamiert)
    • beauftragen verb (beuaftrage, beuaftragst, beuaftragt, beuaftragte, beuaftragtet, beauftragt)
    • klagen verb (klage, klagst, klagt, klagte, klagtet, geklagt)
    • beanstanden verb (beanstande, beanstandest, beanstandet, beanstandete, beanstandetet, beangestandet)
  2. bezwaren (verzwaren; zwaarder maken; gewicht toevoegen)
    beschweren; erschweren; belasten; verstärken; beladen; schwerer machen; Schwerer machen
    • beschweren verb (beschwere, beschwerst, beschwert, beschwerte, beschwertet, beschwert)
    • erschweren verb
    • belasten verb (belaste, belastest, belastet, belastete, belastetet, belastet)
    • verstärken verb (verstärke, verstärkst, verstärkt, verstärkte, verstärktet, verstärkt)
    • beladen verb (belade, belädst, belädt, belud, beludet, beladen)

Conjugations for bezwaren:

o.t.t.
  1. bezwaar
  2. bezwaart
  3. bezwaart
  4. bezwaren
  5. bezwaren
  6. bezwaren
o.v.t.
  1. bezwaarde
  2. bezwaarde
  3. bezwaarde
  4. bezwaarden
  5. bezwaarden
  6. bezwaarden
v.t.t.
  1. heb bezwaard
  2. hebt bezwaard
  3. heeft bezwaard
  4. hebben bezwaard
  5. hebben bezwaard
  6. hebben bezwaard
v.v.t.
  1. had bezwaard
  2. had bezwaard
  3. had bezwaard
  4. hadden bezwaard
  5. hadden bezwaard
  6. hadden bezwaard
o.t.t.t.
  1. zal bezwaren
  2. zult bezwaren
  3. zal bezwaren
  4. zullen bezwaren
  5. zullen bezwaren
  6. zullen bezwaren
o.v.t.t.
  1. zou bezwaren
  2. zou bezwaren
  3. zou bezwaren
  4. zouden bezwaren
  5. zouden bezwaren
  6. zouden bezwaren
diversen
  1. bezwaar!
  2. bezwaart!
  3. bezwaard
  4. bezwarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bezwaren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
Schwerer machen bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken lastig maken
beanstanden bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren aanmerking maken; afkeuren; afkraken; bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; een klacht indienen; eisen; hekelen; katten; klagen; kraken; kritiseren; ongeschikt verklaren; praten over; reclameren; vitten; zeuren; zich beklagen; zijn beklag indienen
beauftragen bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren belasten; bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; omhoogbrengen; opdragen; rechtop zetten; verordenen; verordonneren
beladen bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken beladen; bevrachten; inladen; laden; opladen elektriciteit; opnieuw laden
belasten bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken debiteren; opladen elektriciteit; opnieuw laden
beschweren bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken
erschweren bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken bemoeilijken; compliceren; ingewikkeld maken; lastig maken; moeilijk maken; moeilijker maken; zwaarder maken
klagen bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren condoleren; een klacht indienen; eisen; etteren; griepen; jammeren; jeremiëren; klagen; klieren; medeleven betuigen; misnoegen uiten; over iets mopperen; reclameren; weeklagen; zeiken; zeuren; zich beklagen; zijn beklag indienen
reklamieren bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren een klacht indienen; eisen; klagen; reclameren; zeuren; zijn beklag indienen
schwerer machen bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken bemoeilijken; moeilijker maken; verzwaren; zwaarder maken
sich beschweren bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren een klacht indienen; klagen; misnoegen uiten; over iets mopperen; zeuren; zich beklagen; zijn beklag indienen
verstärken bezwaren; gewicht toevoegen; verzwaren; zwaarder maken aanscherpen; consolideren; intensiveren; sterken; sterker maken; sterker worden; toespitsen; verhevigen; versterken; verstevigen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
beladen beladen

Related Words for "bezwaren":


Wiktionary Translations for bezwaren:


Cross Translation:
FromToVia
bezwaren belasten burden — encumber