Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate chagrijnen

Translate chagrijnen from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

chagrijnen:
- Launischen; Miesepeter; Knurrhähne; Sauertöpfe
chagrijn:
- Ärger; Ärgernis; Unannehmlichkeit; Verdrießlichkeit; Gram; Scherereien; Schererei; Sauertopf; Dusselchen
Wiktionary:
- chagrijn → Verdruss

Dutch

Detailed Translations for chagrijnen from Dutch to German

chagrijnen:

chagrijnen [de ~] noun, plural

de chagrijnen
der Launischen
- Launischen [der ~] noun
de chagrijnen (zuurpruimen)
der Miesepeter; die Knurrhähne; die Sauertöpfe
- Miesepeter [der ~] noun
- Knurrhähne [die ~] noun
- Sauertöpfe [die ~] noun

Translation Matrix for chagrijnen:

Noun	Related Translations	Other Translations
Knurrhähne	chagrijnen; zuurpruimen
Launischen	chagrijnen
Miesepeter	chagrijnen; zuurpruimen
Sauertöpfe	chagrijnen; zuurpruimen

Related Words for "chagrijnen":

chagrijn

chagrijnen form of chagrijn:

chagrijn [het ~] noun

het chagrijn (ergernis)
der Ärger; Ärgernis; die Unannehmlichkeit; die Verdrießlichkeit; der Gram; die Scherereien; die Schererei
- Ärger [der ~] noun
- Ärgernis [das ~] noun
- Unannehmlichkeit [die ~] noun
- Verdrießlichkeit [die ~] noun
- Gram [der ~] noun
- Scherereien [die ~] noun
- Schererei [die ~] noun
het chagrijn (zuurpruim)
der Sauertopf
- Sauertopf [der ~] noun
het chagrijn (spelbreker)
Dusselchen
- Dusselchen [das ~] noun

Translation Matrix for chagrijn:

Noun	Related Translations	Other Translations
Dusselchen	chagrijn; spelbreker	dromertje; druiloortje; druiloortjes; sufferdjes
Gram	chagrijn; ergernis	droefenis; droefheid; gramschap; leed; moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem; smart; treurigheid; treurnis; verdriet
Sauertopf	chagrijn; zuurpruim
Schererei	chagrijn; ergernis	geklieder; gelazer; kliederen; knik; moeilijkheid; narigheden; narigheid; ongemakken; ongerieven; penarie; probleem; problemen; strubbeling; trammelant
Scherereien	chagrijn; ergernis	gelazer; geval; heisa; moeilijkheid; narigheden; narigheid; penarie; probleem; probleemgeval; problemen; toestand; trammelant
Unannehmlichkeit	chagrijn; ergernis	gelazer; moeilijkheid; narigheid; ongemak; ongerief; penarie; probleem; rottigheid; trammelant
Verdrießlichkeit	chagrijn; ergernis	droefenis; ergernis; irritatie; korzeligheid; misnoegen; moeilijkheid; narigheid; ongenoegen; ontevredenheid; penarie; probleem; treurnis; verdriet; wrevel
Ärger	chagrijn; ergernis	aanstoot; ergernis; ergernissen; gegriefdheid; gelazer; hinder; irritatie; knorrigheid; kregelheid; misnoegen; narigheid; ongemak; ongerief; overlast; trammelant; verontwaardiging; verstoordheid; wrevel
Ärgernis	chagrijn; ergernis	aanstoot; bezwaar; ergernis; gelazer; grief; het klagen; hinder; irritatie; klacht; misnoegen; narigheid; ongemak; ongerief; overlast; trammelant; wrevel

Related Words for "chagrijn":

chagrijnen

Wiktionary Translations for chagrijn:

Cross Translation:

From	To	Via
• chagrijn	→ Verdruss	↔ chagrin — distress from failure; vexation or mortification

External Machine Translations: