Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. compleet maken:


Dutch

Detailed Translations for compleet maken from Dutch to German

compleet maken:

compleet maken verb (maak compleet, maakt compleet, maakte compleet, maakten compleet, compleet gemaakt)

  1. compleet maken (completeren; vervolledigen; volledig maken)
    komplettieren; vervollständigen; vervollkommnen
    • komplettieren verb (komplettiere, komplettierst, komplettiert, komplettierte, komplettiertet, komplettiert)
    • vervollständigen verb (vervollständige, vervollständigst, vervollständigt, vervollständigte, vervollständigtet, vervollständigt)
    • vervollkommnen verb (vervollkomme, vervollkommst, vervollkommt, vervollkam, vervollkamt, vervollkommen)

Conjugations for compleet maken:

o.t.t.
  1. maak compleet
  2. maakt compleet
  3. maakt compleet
  4. maken compleet
  5. maken compleet
  6. maken compleet
o.v.t.
  1. maakte compleet
  2. maakte compleet
  3. maakte compleet
  4. maakten compleet
  5. maakten compleet
  6. maakten compleet
v.t.t.
  1. heb compleet gemaakt
  2. hebt compleet gemaakt
  3. heeft compleet gemaakt
  4. hebben compleet gemaakt
  5. hebben compleet gemaakt
  6. hebben compleet gemaakt
v.v.t.
  1. had compleet gemaakt
  2. had compleet gemaakt
  3. had compleet gemaakt
  4. hadden compleet gemaakt
  5. hadden compleet gemaakt
  6. hadden compleet gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal compleet maken
  2. zult compleet maken
  3. zal compleet maken
  4. zullen compleet maken
  5. zullen compleet maken
  6. zullen compleet maken
o.v.t.t.
  1. zou compleet maken
  2. zou compleet maken
  3. zou compleet maken
  4. zouden compleet maken
  5. zouden compleet maken
  6. zouden compleet maken
diversen
  1. maak compleet!
  2. maakt compleet!
  3. compleet gemaakt
  4. compleet makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for compleet maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
komplettieren compleet maken; completeren; vervolledigen; volledig maken aanvullen; afmaken; afronden; completeren; laatste gedeelte afmaken; perfectioneren; toevoegen; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltallig maken; voltooien
vervollkommnen compleet maken; completeren; vervolledigen; volledig maken afmaken; beteren; bijwerken; completeren; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; perfectioneren; renoveren; repareren; verbeteren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
vervollständigen compleet maken; completeren; vervolledigen; volledig maken aanvullen; afmaken; afronden; completeren; laatste gedeelte afmaken; perfectioneren; toevoegen; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltallig maken; voltooien

External Machine Translations:

Related Translations for compleet maken