Verb | Related Translations | Other Translations |
hinkommen
|
correct zijn; kloppen
|
aankomen; arriveren; juist zijn; kloppen; landen; neerkomen; op de grond komen; overeenstemmen; raken; slagen voor; terechtkomen; treffen
|
passen
|
correct zijn; kloppen
|
aanstaan; aftellen; betamen; bevallen; bijpassen; conveniëren; deugen; geld afpassen; gelegen komen; geschikt zijn; in werking zijn; juist zijn; kloppen; overeenstemmen; passen; passend zijn; prettig vinden; schikken; uitkomen
|
richtig sein
|
correct zijn; kloppen
|
juist zijn; kloppen; overeenstemmen
|
stimmen
|
correct zijn; kloppen
|
congruent zijn; juist zijn; kiezen; kloppen; kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen; overeenstemmen met; stemmen; stroken; stroken met; zijn stem uitbrengen
|
übereinstimmen
|
correct zijn; kloppen
|
congruent zijn; eens worden; evenaren; juist zijn; kloppen; overeenkomen; overeenstemmen
|