Other | Related Translations | Other Translations |
recht
|
|
precies goed
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
anständig
|
eerlijk; fair
|
behoorlijk; beschaafd; billijk; danig; deugdzaam; duchtig; eerzaam; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; geschikt; kuis; net; netjes; nogal; ontwikkeld; ordentelijk; redelijk; rein; schappelijk; schoon; tamelijk; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; zedig
|
aufrichtig
|
eerlijk; fair
|
braaf; contemplatief; cru; eerlijk; met open vizier; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechttoe rechtaan; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; ruiterlijk
|
ehrenwert
|
eerlijk; fair
|
achtbaar; achtenswaardig; deugdzaam; eerbiedwaardig; eerzaam; zedig
|
ehrlich
|
eerlijk; fair
|
billijk; contemplatief; echt; eerlijk; effectief; fideel; geschikt; gewoonweg; heus; klinkklaar; menens; metterdaad; ongeveinsd; open; openhartig; openlijk; oprecht; puur; rechtdoorzee; rechtschapen; redelijk; regelrecht; reëel; rondborstig; ronduit; schappelijk; trouwhartig; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
|
fair
|
eerlijk; fair
|
billijk; cru; eerlijk; geschikt; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe rechtaan; redelijk; ronduit; schappelijk; sportief
|
gerecht
|
eerlijk; fair
|
cru; eerlijk; gegrond; geldig; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe rechtaan; valide
|
korrekt
|
eerlijk; fair
|
aangekleed; accuraat; beschaafd; billijk; correct; coöperatief; decent; eerbaar; exact; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; gedetailleerd; gekleed; geschikt; goed; juist; keurig; krek; manierlijk; medewerkend; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; netjes; onberispelijk; onbesproken; ontwikkeld; op een aardige manier; precies; punctueel; ragfijn; redelijk; schappelijk; secuur; stipt; strikt; vriendelijk; welvoeglijk; welwillend; zorgvuldig
|
recht
|
eerlijk; fair
|
rechtaan; rechts
|
redlich
|
eerlijk; fair
|
billijk; geschikt; redelijk; schappelijk
|