Dutch
Detailed Translations for fideel from Dutch to German
fideel:
-
fideel (vrolijk; blijmoedig; levendig; opgetogen; zonnig; lustig; opgewekt; uitgelaten; jolig; monter; dartel; kwiek; welgemoed; wakker; fleurig; blijgeestig; blij; opgeruimd; geestig; kleurig)
fröhlich; heiter; lustig; begeistert; munter; ausgelassen-
fröhlich adj
-
heiter adj
-
lustig adj
-
begeistert adj
-
munter adj
-
ausgelassen adj
-
-
fideel (eerlijk; rondborstig; oprecht; trouwhartig; openhartig)
Translation Matrix for fideel:
Related Words for "fideel":
Wiktionary Translations for fideel:
fideel
adjective
-
trouwhartig
- fideel → fidel
External Machine Translations: