Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate fixeren

Translate fixeren from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

fixeer:
- Fixiersalz
Wiktionary:
- fixeren → anbrennen, befestigen, festsetzen, fixieren, binden, verbinden, anschließen, bestimmen, definieren, festlegen

Dutch

Detailed Translations for fixeren from Dutch to German

fixeren:

Translation Matrix for fixeren:

Not Specified	Related Translations	Other Translations
-	met de ogen; onuitwisbaar maken

Related Words for "fixeren":

fixeer

Related Definitions for "fixeren":

met een stof behandelen waardoor het niet meer uit te wissen is¹
- zijn deze foto's wel gefixeerd?¹
onbeweeglijk vastzetten¹
- het gebroken been werd gefixeerd met gips¹
strak aankijken¹
- hij fixeerde mij met zijn ogen¹

Wiktionary Translations for fixeren:

Cross Translation:

From	To	Via
• fixeren	→ anbrennen; befestigen; festsetzen; fixieren; binden; verbinden; anschließen	↔ attacher — fixer une chose à une autre, en sorte qu’elle y tenir.
• fixeren	→ befestigen; festsetzen; fixieren; bestimmen; definieren; festlegen	↔ fixer — attacher, affermir, rendre immobile, maintenir en place.

fixeer:

fixeer [het ~] noun

het fixeer
Fixiersalz
- Fixiersalz [das ~] noun

Translation Matrix for fixeer:

Noun	Related Translations	Other Translations
Fixiersalz	fixeer

Related Words for "fixeer":

fixeren

¹Muiswerk Woordenboek