Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. gejok:


Dutch

Detailed Translations for gejok from Dutch to German

gejok:

gejok [znw.] noun

  1. gejok (gelieg)
    die Lüge; die Schwindelei; die Flunkerei; die Lügerei

Translation Matrix for gejok:

NounRelated TranslationsOther Translations
Flunkerei gejok; gelieg bluf; gepraal; praalzucht
Lüge gejok; gelieg bedrog; leugen; onwaarheid
Lügerei gejok; gelieg
Schwindelei gejok; gelieg bedrog; geknoei; gemors; gezwendel; knoeierij; leugen; misleiding; nep; onechtheid; onwaarheid; oplichterij; oplichting; valsheid; verlakkerij; zwendel; zwendelarij