Dutch

Detailed Translations for gemeenschappelijkheid from Dutch to German

gemeenschappelijkheid:

gemeenschappelijkheid [de ~ (v)] noun

  1. de gemeenschappelijkheid (overeenkomst)
    die Vereinbarung; die Ähnlichkeit; die Gemeinschaftlichkeit; die Übereinstimmung; die Ehe; die Gemeinsamkeit; die Gleichförmigkeit; die Einigung

Translation Matrix for gemeenschappelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ehe gemeenschappelijkheid; overeenkomst burgerlijke staat; echt; echtverbintenis; huwelijk; huwelijksband; huwelijkse staat; huwelijksgemeenschap
Einigung gemeenschappelijkheid; overeenkomst afdoening; afhandeling; akkoord; associatie; cirkel; coalitie; compromis; gezelschap; kring; regeling; schikking; sociëteit; soos; unie; verbond; vereffening; vergelijk
Gemeinsamkeit gemeenschappelijkheid; overeenkomst
Gemeinschaftlichkeit gemeenschappelijkheid; overeenkomst
Gleichförmigkeit gemeenschappelijkheid; overeenkomst analogie; eendracht; eendrachtigheid; eenheid; eensgezindheid; eentonigheid; eenvormigheid; gelijkaardigheid; gelijkenis; gelijksoortigheid; gelijkvormigheid; harmonie; monotonie; overeenkomst; saaiheid; soortgelijkheid; uniformiteit
Vereinbarung gemeenschappelijkheid; overeenkomst accoord; afspraak; akkoord; compromis; contract; goedkeuring; overeenkomst; regeling; schikking; toestemming; vergelijk
Ähnlichkeit gemeenschappelijkheid; overeenkomst analogie; eenheid; eenvormigheid; gelijkaardigheid; gelijkenis; gelijksoortigheid; gelijkvormigheid; monotonie; overeenkomst; soortgelijkheid; uniformiteit
Übereinstimmung gemeenschappelijkheid; overeenkomst akkoorden; contract; gelijkenis; overeenkomst; overeenstemmingen

Related Words for "gemeenschappelijkheid":


gemeenschappelijk:


Translation Matrix for gemeenschappelijk:

OtherRelated TranslationsOther Translations
miteinander elkaar; mekaar
ModifierRelated TranslationsOther Translations
betrifft mehrere Personen algemeen; gemeenschappelijk; meer personen betreffend
einer Gruppe angehöhrend communaal; een groep toebehorend; gemeenschappelijk
gemein gemeenschappelijk; gezamenlijk; met zijn allen; tezamen achterbaks; banaal; bedriegelijk; bosachtig; donker; doortrapt; dubieus; duister; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gewoon; glibberig; gluiperig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; luguber; macaber; min; nagemaakt; normaal; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; ploertig; slecht; slinks; sluw; snood; spookachtig; stiekem; uitgekookt; vals; verdacht; vuig
gemeinsam algemeen; gemeenschappelijk; gezamenlijk; meer personen betreffend; met zijn allen; tezamen bij elkaar; bijeen; eendrachtig; eenparig; eensgezind; eenstemmig; gedeeld; harmonieus; meegevoeld; saamhorig; samen; solidair; tezamen; unaniem
gemeinschaftlich algemeen; gemeenschappelijk; gezamenlijk; meer personen betreffend; met zijn allen; tezamen eendrachtig; eenparig; eensgezind; eenstemmig; gedeeld; harmonieus; meegevoeld; saamhorig; solidair; unaniem
miteinander gemeenschappelijk; gezamenlijk; met zijn allen; tezamen samen
zusammen gemeenschappelijk; gezamenlijk; met zijn allen; tezamen aaneen; bij elkaar; bijeen; gezamenlijk; met z'n beiden; opeen; saam; samen; tezamen

Related Words for "gemeenschappelijk":


Antonyms for "gemeenschappelijk":


Related Definitions for "gemeenschappelijk":

  1. van meer mensen, gezamenlijk1
    • deze huizen hebben een gemeenschappelijke tuin1

Wiktionary Translations for gemeenschappelijk:

gemeenschappelijk
adjective
  1. gerelateerd aan meer dan een entiteit

Cross Translation:
FromToVia
gemeenschappelijk gemein; allgemein; gemeinsam; gemeinschaftlich commun — Qui sert, qui peut servir à tout le monde ou seulement à plusieurs personnes.

External Machine Translations: