Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. geponst:
  2. ponsen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geponst from Dutch to German

geponst:

geponst adj

  1. geponst (gestanst)

Translation Matrix for geponst:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
gestanzt geponst; gestanst

geponst form of ponsen:

ponsen verb (pons, ponst, ponste, ponsten, geponst)

  1. ponsen (stansen; doorponsen)
    stanzen; lochen; punzen
    • stanzen verb (stanze, stanzt, stanzte, stanztet, gestanzt)
    • lochen verb (loche, lochst, locht, lochte, lochtet, gelocht)
    • punzen verb (punze, punzst, punzt, punzte, punztet, gepunzt)

Conjugations for ponsen:

o.t.t.
  1. pons
  2. ponst
  3. ponst
  4. ponsen
  5. ponsen
  6. ponsen
o.v.t.
  1. ponste
  2. ponste
  3. ponste
  4. ponsten
  5. ponsten
  6. ponsten
v.t.t.
  1. heb geponst
  2. hebt geponst
  3. heeft geponst
  4. hebben geponst
  5. hebben geponst
  6. hebben geponst
v.v.t.
  1. had geponst
  2. had geponst
  3. had geponst
  4. hadden geponst
  5. hadden geponst
  6. hadden geponst
o.t.t.t.
  1. zal ponsen
  2. zult ponsen
  3. zal ponsen
  4. zullen ponsen
  5. zullen ponsen
  6. zullen ponsen
o.v.t.t.
  1. zou ponsen
  2. zou ponsen
  3. zou ponsen
  4. zouden ponsen
  5. zouden ponsen
  6. zouden ponsen
diversen
  1. pons!
  2. ponst!
  3. geponst
  4. ponsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ponsen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
lochen doorponsen; ponsen; stansen doordringen; penetreren
punzen doorponsen; ponsen; stansen
stanzen doorponsen; ponsen; stansen

Related Words for "ponsen":


Wiktionary Translations for ponsen:

ponsen
verb
  1. gaten in iets (vaak papier of metaal) maken door middel van een pons

Cross Translation:
FromToVia
ponsen lochen; durchbohren; bohren; durchlöchern percer — Traverser en faisant un trou, une ouverture. (Sens général).