Dutch

Detailed Translations for gevierd from Dutch to German

gevierd:


Translation Matrix for gevierd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
allbekannt gevierd; populair befaamd; beroemd; berucht; notoir; overbekend
beliebt gevierd; populair begeerd; begerenswaardig; bemind; dierbaar; favoriet; geliefd; getapt; gevraagd; gewaardeerd; gewild; gezocht; het meest gewild; lief; toegenegen; veelgevraagd
berühmt gevierd; populair befaamd; beroemd; vermaard
gefeiert gevierd; populair befaamd; beroemd; gelauwerd; herdacht
gepriesen gevierd; populair
gerngesehen gevierd; populair begeerd; bemind; dierbaar; geliefd; gevraagd; gewild; gezocht; lief; toegenegen; veelgevraagd
gerühmt gevierd; populair befaamd; beroemd
gewollt gevierd; populair begeerd; begerenswaardig; favoriet; geliefkoosd; gestreeld uit liefde; gevraagd; gewild; gezocht; het meest gewild; veelgevraagd
mit Loorbeeren geschmückt gevierd; populair gelauwerd
namhaft gevierd; populair befaamd; beroemd; vermaard
populär gevierd; populair befaamd; begeerd; begerenswaardig; bemind; beroemd; dierbaar; geliefd; gevraagd; gewild; geziene; gezocht; in de mode; lief; toegenegen; veelgevraagd; welkome

Wiktionary Translations for gevierd:


Cross Translation:
FromToVia
gevierd gefeiert celebrated — famous or widely praised
gevierd berühmt célèbre — Qui est très connaître par une population et ses médias.
gevierd berühmt; glorreich fameux — Dont la réputation est très grande.

gevierd form of vieren:

vieren verb (vier, viert, vierde, vierden, gevierd)

  1. vieren (celebreren; feesten; feestvieren)
    feiern; zelebrieren; einFestfeiern
    • feiern verb (feiere, feierst, feiert, feierte, feiertet, gefeiert)
    • zelebrieren verb (zelebriere, zelebrierst, zelebriert, zelebrierte, zelebriertet, zelebriert)
  2. vieren (laten vieren)
    feiern; feiern lassen

Conjugations for vieren:

o.t.t.
  1. vier
  2. viert
  3. viert
  4. vieren
  5. vieren
  6. vieren
o.v.t.
  1. vierde
  2. vierde
  3. vierde
  4. vierden
  5. vierden
  6. vierden
v.t.t.
  1. heb gevierd
  2. hebt gevierd
  3. heeft gevierd
  4. hebben gevierd
  5. hebben gevierd
  6. hebben gevierd
v.v.t.
  1. had gevierd
  2. had gevierd
  3. had gevierd
  4. hadden gevierd
  5. hadden gevierd
  6. hadden gevierd
o.t.t.t.
  1. zal vieren
  2. zult vieren
  3. zal vieren
  4. zullen vieren
  5. zullen vieren
  6. zullen vieren
o.v.t.t.
  1. zou vieren
  2. zou vieren
  3. zou vieren
  4. zouden vieren
  5. zouden vieren
  6. zouden vieren
diversen
  1. vier!
  2. viert!
  3. gevierd
  4. vierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vieren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
einFestfeiern celebreren; feesten; feestvieren; vieren
feiern celebreren; feesten; feestvieren; laten vieren; vieren aan de dijk zetten; aanmoedigen; aanvuren; afdanken; afvloeien; bejubelen; bemoedigen; congé geven; eruit gooien; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; van zijn positie verdrijven
feiern lassen laten vieren; vieren
zelebrieren celebreren; feesten; feestvieren; vieren

Related Definitions for "vieren":

  1. er op feestelijke wijze aandacht aan besteden1
    • we vieren feest vandaag1

Wiktionary Translations for vieren:

vieren
verb
  1. een feest vieren
  2. een touw of kabel vieren
vieren
verb
  1. Seemannssprache: ein Tau, eine Kette kontrolliert ablaufen lassen, um Lasten, Segel, Anker und dergleichen herunterzulassen

Cross Translation:
FromToVia
vieren zelebrieren; feiern celebrate — extol or honour in a solemn manner
vieren zelebrieren; feiern celebrate — honour by rites, ceremonies, etc.
vieren zelebrieren; feiern celebrate — perform or participate in
vieren zelebrieren; festlich begehen; feiern célébrer — (transitive)
vieren feiern fêtercélébrer une fête.
vieren auslassen; herauslassen; herausfließen lassen lâcherdétendre, desserrer quelque chose.

Related Translations for gevierd