Dutch
Detailed Translations for herdopen from Dutch to German
herdopen:
-
herdopen (omdopen)
-
herdopen (wederdopen)
wiedertaufen-
wiedertaufen verb (wiedertaufe, wiedertaufst, wiedertauft, wiedertaufte, wiedertauftet, wiedergetauft)
-
Conjugations for herdopen:
o.t.t.
- herdoop
- herdoopt
- herdoopt
- herdopen
- herdopen
- herdopen
o.v.t.
- herdoopte
- herdoopte
- herdoopte
- herdoopten
- herdoopten
- herdoopten
v.t.t.
- heb herdoopt
- hebt herdoopt
- heeft herdoopt
- hebben herdoopt
- hebben herdoopt
- hebben herdoopt
v.v.t.
- had herdoopt
- had herdoopt
- had herdoopt
- hadden herdoopt
- hadden herdoopt
- hadden herdoopt
o.t.t.t.
- zal herdopen
- zult herdopen
- zal herdopen
- zullen herdopen
- zullen herdopen
- zullen herdopen
o.v.t.t.
- zou herdopen
- zou herdopen
- zou herdopen
- zouden herdopen
- zouden herdopen
- zouden herdopen
en verder
- ben herdoopt
- bent herdoopt
- is herdoopt
- zijn herdoopt
- zijn herdoopt
- zijn herdoopt
diversen
- herdoop!
- herdoopt!
- herdoopt
- herdopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for herdopen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
umtaufen | herdopen; omdopen | |
wiedertaufen | herdopen; wederdopen |
Related Words for "herdopen":
herdopen form of herdoop:
-
de herdoop (wederdoop)
die Wiedertaufe
Translation Matrix for herdoop:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Wiedertaufe | herdoop; wederdoop |