Dutch

Detailed Translations for hof from Dutch to German

hof:

hof [de ~ (m)] noun

  1. de hof (binnenplaats; cour)
    der Innenhof; der Hof; der Hinterhof
  2. de hof (park)
    der Park; die Parkanlage
  3. de hof (boerenerf; erf; heem)
    die Höfe; der Bauernhof; der Hof; Gut
  4. de hof (rechtbank; gerechtshof; tribunaal; gerecht; balie)
    Gericht; der Gerichtshof

Translation Matrix for hof:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bauernhof boerenerf; erf; heem; hof boerderij; boerenbedrijf; boerenhoeve; boerenhofstede; hoeve
Gericht balie; gerecht; gerechtshof; hof; rechtbank; tribunaal gerecht; juryrechtbank; justitie; rechtbank; rechterlijke macht; rechtscollege; rechtswezen; schotel
Gerichtshof balie; gerecht; gerechtshof; hof; rechtbank; tribunaal gerechtelijke instantie; rechtscollege
Gut boerenerf; erf; heem; hof erf; grondgebied; onroerende goederen; onroerende zaken; terrein; territorium; vastgoed; vrachtgoed
Hinterhof binnenplaats; cour; hof achterplaats
Hof binnenplaats; boerenerf; cour; erf; heem; hof onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed
Höfe boerenerf; erf; heem; hof onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed
Innenhof binnenplaats; cour; hof
Park hof; park
Parkanlage hof; park

Related Words for "hof":


Wiktionary Translations for hof:

hof
noun
  1. de uitgebreide huishouding van een vorstelijke, bijvoorbeeld koninklijke familie
  2. een instelling waar recht gesproken wordt
  3. een stuk bebouwd land of tuin

Cross Translation:
FromToVia
hof Hof court — enclosed space; a courtyard
hof Gericht court — hall, chamber, or place, where justice is administered
hof Hofraum; Hofstaat courespace découvert qui dépendre d’une maison, d’un hôtel, etc., et qui est entourer de murs ou de bâtiments.
hof Garten; Anlage jardin — Lieu où l’on cultive les plantes

External Machine Translations:

Related Translations for hof