Dutch
Detailed Translations for huisbewoner from Dutch to German
huisbewoner:
Translation Matrix for huisbewoner:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Einwohner | bewoner; huisbewoner; inwoner | autochtoon; bewoner; inboorling; ingeborene; ingezetene; inlander; inwoner; lokale bevolking; oorpronkelijke bewoner |
Mieter | bewoner; huisbewoner; inwoner | bewoner van huurwoning; huurder |
Mitbewohner | bewoner; huisbewoner; inwoner | interne; inwonende; kamerbewoner |
Zimmerbewohner | bewoner; huisbewoner; inwoner | interne; inwonende; kamerbewoner |
Related Words for "huisbewoner":
External Machine Translations: