Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. huishuur:


Dutch

Detailed Translations for huishuur from Dutch to German

huishuur:

huishuur [de ~] noun

  1. de huishuur (huursom; huur; huurprijs)
    der Mietbetrag; der Mietpreis

Translation Matrix for huishuur:

NounRelated TranslationsOther Translations
Mietbetrag huishuur; huur; huurprijs; huursom pacht
Mietpreis huishuur; huur; huurprijs; huursom

Related Words for "huishuur":

  • huishuren