Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. iemand amuseren:


Dutch

Detailed Translations for iemand amuseren from Dutch to German

iemand amuseren:

iemand amuseren verb

  1. iemand amuseren (vermaken; bezig houden)
    amüsieren; unterhalten; ablenken; zerstreuen; ableiten
    • amüsieren verb (amüsiere, amüsierst, amüsiert, amüsierte, amüsiertet, amüsiert)
    • unterhalten verb (unterhalte, unterhälst, unterhält, unterhielt, unterhieltet, unterhalten)
    • ablenken verb (lenke ab, lenkst ab, lenkt ab, lenkte ab, lenktet ab, abgelent)
    • zerstreuen verb (zerstreue, zerstreust, zerstreut, zerstreute, zerstreutet, zerstreut)
    • ableiten verb (leite ab, leitest ab, leitet ab, leitete ab, leitetet ab, abgeleitet)

Translation Matrix for iemand amuseren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ableiten bezig houden; iemand amuseren; vermaken afleiden; deduceren; herleiden; terugvoeren
ablenken bezig houden; iemand amuseren; vermaken
amüsieren bezig houden; iemand amuseren; vermaken aanstaan; amuseren; believen; genieten; genot hebben van; goeddunken
unterhalten bezig houden; iemand amuseren; vermaken aanstaan; amuseren; believen; bezet zijn; financieel steunen; genieten; genot hebben van; goeddunken; in gesprek zijn; onderhouden; zich bezighouden met
zerstreuen bezig houden; iemand amuseren; vermaken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
unterhalten onderhouden; verzorgd

Related Translations for iemand amuseren