Verb | Related Translations | Other Translations |
einteilen
|
iets regelen
|
arrangeren; classificeren; groeperen; indelen; neerleggen; onderuit halen; ordenen; rangordenen; rangschikken; reglementeren; systematiseren
|
regeln
|
iets regelen
|
afspreken; arrangeren; bedisselen; iets op touw zetten; regelen; reglementeren; regulariseren; schikken
|
steuern
|
iets regelen
|
aan het stuur zitten; aanvoeren; afspreken; arrangeren; bedisselen; betreden; bevaren; bevel voeren over; beïnvloeden; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenstappen; binnentreden; commanderen; gezaghebben; heersen; ingaan; karren; koers zetten naar; koersen naar; leiden; leidinggeven; macht uitoefenen; navigeren; overheersen; regelen; regeren; rijden; stevenen; sturen; varen; vliegtuig besturen; zenden
|