Modifier | Related Translations | Other Translations |
dicht
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
dicht; dicht opeen; gesloten; nabije; op slot; potdicht
|
eng
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
armzalig; bekrompen; benepen; berooid; eng; karig; kleingeestig; kleinzielig; krap; mager; met grote juistheid; met weinig ruimte; nauw; nauwgezet; pover; schamel; schraal; smal; smalletjes; van geringe breedte
|
in-der-Nähe
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
|
knapp
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
armzalig; bekrompen; benepen; berooid; bondig; droog; eng; karig; klein; kleingeestig; kleinzielig; krap; krap bij kas; mager; met weinig ruimte; nauw; nauwsluitend; niet overvloedig; ondermaats; pover; ragfijn; schamel; schraal; schriel; smal; smalletjes; strak; summier; van geringe afmeting; van geringe breedte
|
nah
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
nabije
|
nahe
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
|
naheliegend
|
dichtbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; vlakbij
|
|