Dutch
Detailed Translations for in het nauw brengen from Dutch to German
in het nauw brengen:
in het nauw brengen verb (breng in het nauw, brengt in het nauw, bracht in het nauw, brachten in het nauw, in het nauw gebracht)
-
in het nauw brengen
Conjugations for in het nauw brengen:
o.t.t.
- breng in het nauw
- brengt in het nauw
- brengt in het nauw
- brengen in het nauw
- brengen in het nauw
- brengen in het nauw
o.v.t.
- bracht in het nauw
- bracht in het nauw
- bracht in het nauw
- brachten in het nauw
- brachten in het nauw
- brachten in het nauw
v.t.t.
- heb in het nauw gebracht
- hebt in het nauw gebracht
- heeft in het nauw gebracht
- hebben in het nauw gebracht
- hebben in het nauw gebracht
- hebben in het nauw gebracht
v.v.t.
- had in het nauw gebracht
- had in het nauw gebracht
- had in het nauw gebracht
- hadden in het nauw gebracht
- hadden in het nauw gebracht
- hadden in het nauw gebracht
o.t.t.t.
- zal in het nauw brengen
- zult in het nauw brengen
- zal in het nauw brengen
- zullen in het nauw brengen
- zullen in het nauw brengen
- zullen in het nauw brengen
o.v.t.t.
- zou in het nauw brengen
- zou in het nauw brengen
- zou in het nauw brengen
- zouden in het nauw brengen
- zouden in het nauw brengen
- zouden in het nauw brengen
en verder
- ben in het nauw gebracht
- bent in het nauw gebracht
- is in het nauw gebracht
- zijn in het nauw gebracht
- zijn in het nauw gebracht
- zijn in het nauw gebracht
diversen
- breng in het nauw!
- brengt in het nauw!
- in het nauw gebracht
- in het nauw brenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for in het nauw brengen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
ködern | in het nauw brengen | aanlokken; dichtbijlokken; in de val laten lopen; in de val lokken; lokken; meelokken; strikken; tevoorschijn lokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken |