Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. interim:


Dutch

Detailed Translations for interim from Dutch to German

interim:

interim [het ~] noun

  1. het interim (tussentijd; tussenpoos)
    die Zwischenzeit; Interim; der Zwischenraum

Translation Matrix for interim:

NounRelated TranslationsOther Translations
Interim interim; tussenpoos; tussentijd
Zwischenraum interim; tussenpoos; tussentijd kloof; opening; spatie; spleet; tussenruimte; uitsparing
Zwischenzeit interim; tussenpoos; tussentijd periode; termijn; tijdsbestek; tijdsduur

Related Words for "interim":

  • interims

Related Translations for interim