Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. investering:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for investering from Dutch to German

investering:

investering [de ~ (v)] noun

  1. de investering (belegging; geldbelegging)
    die Investierung; die Investition; die Anlage; die Einlage; die Geldanlage
  2. de investering (inlegkapitaal)
    die Investierung; die Investition; Einlagekapital; die Geldanlage; die Einlage
  3. de investering
    die Investition

Translation Matrix for investering:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anlage belegging; geldbelegging; investering Bijlage; aanvulling; activa; activum; additie; bijlage; meezending; toelichting; vaste activa
Einlage belegging; geldbelegging; inlegkapitaal; investering bijdrage; contributie; geld inzetten; inlay; inlegging; inlegwerk; inzetten; lidmaatschapsgeld; mozaïek
Einlagekapital inlegkapitaal; investering
Geldanlage belegging; geldbelegging; inlegkapitaal; investering inleg; minimum inleg
Investierung belegging; geldbelegging; inlegkapitaal; investering
Investition belegging; geldbelegging; inlegkapitaal; investering inleg; minimum inleg

Related Words for "investering":

  • investeringen

Wiktionary Translations for investering:

investering
noun
  1. een opoffering in tijd, geld of mankracht ten behoeve van een doel dat pas op lange termijn wordt behaald
investering
noun
  1. Wirtschaft: Anlage von Kapital in Vermögen, um Gewinn zu erzielen Wikipedia|Investition

Cross Translation:
FromToVia
investering Investition investment — a placement of capital in expectation of deriving income or profit from its use
investering Investition investissement — action d'investir, placement financier