Dutch
Detailed Translations for jens from Dutch to German
jens:
Translation Matrix for jens:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Hieb | dreun; jens; klap; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap | dreun; hak; hengst; houw; klap; klop; lel; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opduvel; oplawaai; opstopper; pets; peut; slag; slag met een scherp werktuig; stoot; tik; toegebrachte klap; uithaal; vuistslag |
Klaps | dreun; jens; klap; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap | dreun; harde slag; hengst; klap; kleine tik; klop; klopje; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; opstopper; peut; slag; stoot; tik; tik op de neus; tikje; toegebrachte klap; uithaal; vuistslag |
Schlag | dreun; jens; klap; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap | bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; bons; conciërge; dreun; duivenhok; duiventil; duw; duwtje; flits; hengst; klap; klop; lel; mep; muilpeer; olifantspijp; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; pof; por; portier; ras; slag; soort; soulpijp; stoot; stootje; tik; toegebrachte klap; uithaal; vuistslag; wijde broekspijp; zet |