Summary
Dutch to German: more detail...
- uitkammen:
-
Wiktionary:
- uitkammen → durchkämmen, kämmen, harken
Dutch
Detailed Translations for kammen uit from Dutch to German
uitkammen:
-
uitkammen (grondig doorzoeken)
Conjugations for uitkammen:
o.t.t.
- kam uit
- kamt uit
- kamt uit
- kammen uit
- kammen uit
- kammen uit
o.v.t.
- kamde uit
- kamde uit
- kamde uit
- kamden uit
- kamden uit
- kamden uit
v.t.t.
- heb uitgekamd
- hebt uitgekamd
- heeft uitgekamd
- hebben uitgekamd
- hebben uitgekamd
- hebben uitgekamd
v.v.t.
- had uitgekamd
- had uitgekamd
- had uitgekamd
- hadden uitgekamd
- hadden uitgekamd
- hadden uitgekamd
o.t.t.t.
- zal uitkammen
- zult uitkammen
- zal uitkammen
- zullen uitkammen
- zullen uitkammen
- zullen uitkammen
o.v.t.t.
- zou uitkammen
- zou uitkammen
- zou uitkammen
- zouden uitkammen
- zouden uitkammen
- zouden uitkammen
en verder
- ben uitgekamd
- bent uitgekamd
- is uitgekamd
- zijn uitgekamd
- zijn uitgekamd
- zijn uitgekamd
diversen
- kam uit!
- kamt uit!
- uitgekamd
- uitkammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitkammen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
gründlich untersuchen | grondig doorzoeken; uitkammen |
Wiktionary Translations for uitkammen:
External Machine Translations: