Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. kostwinnen:


Dutch

Detailed Translations for kostwin from Dutch to German

kostwinnen:

kostwinnen verb (win kost, wint kost, won kost, wonnen kost, kostgewonnen)

  1. kostwinnen
    verdienen; einnehmen
    • verdienen verb (verdiene, verdienst, verdient, verdiente, verdientet, verdient)
    • einnehmen verb (nehme ein, nimmst ein, nimmt ein, nahm ein, nahmt ein, eingenommen)

Conjugations for kostwinnen:

o.t.t.
  1. win kost
  2. wint kost
  3. wint kost
  4. winnen kost
  5. winnen kost
  6. winnen kost
o.v.t.
  1. won kost
  2. won kost
  3. won kost
  4. wonnen kost
  5. wonnen kost
  6. wonnen kost
v.t.t.
  1. heb kostgewonnen
  2. hebt kostgewonnen
  3. heeft kostgewonnen
  4. hebben kostgewonnen
  5. hebben kostgewonnen
  6. hebben kostgewonnen
v.v.t.
  1. had kostgewonnen
  2. had kostgewonnen
  3. had kostgewonnen
  4. hadden kostgewonnen
  5. hadden kostgewonnen
  6. hadden kostgewonnen
o.t.t.t.
  1. zal kostwinnen
  2. zult kostwinnen
  3. zal kostwinnen
  4. zullen kostwinnen
  5. zullen kostwinnen
  6. zullen kostwinnen
o.v.t.t.
  1. zou kostwinnen
  2. zou kostwinnen
  3. zou kostwinnen
  4. zouden kostwinnen
  5. zouden kostwinnen
  6. zouden kostwinnen
diversen
  1. win kost!
  2. wint kost!
  3. kostgewonnen
  4. kostwinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kostwinnen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
einnehmen kostwinnen innemen; medicijn innemen
verdienen kostwinnen de kost verdienen; verdienen

External Machine Translations: