Dutch

Detailed Translations for kramp from Dutch to German

kramp:

kramp [de ~] noun

  1. de kramp (stuiptrekking; convulsie; samentrekking; stuip)
    die Zuckung; Gliederzucken; die Zusammenziehung
  2. de kramp (spiersamentrekking)

Translation Matrix for kramp:

NounRelated TranslationsOther Translations
Gliederzucken convulsie; kramp; samentrekking; stuip; stuiptrekking
Muskel Kontraktion kramp; spiersamentrekking
Muskel Zusammensiehung kramp; spiersamentrekking
Zuckung convulsie; kramp; samentrekking; stuip; stuiptrekking
Zusammenziehung convulsie; kramp; samentrekking; stuip; stuiptrekking perswee; wee

Related Words for "kramp":


Wiktionary Translations for kramp:

kramp
noun
  1. een toestand van onwillekeurige en aanhoudende samentrekking van een spier

Cross Translation:
FromToVia
kramp Krampf cramp — painful contraction of a muscle
kramp Krampf; Muskelkrampf; Spasmus spasm — contraction of a muscle
kramp Klammer; Krampe parenthèse — incise dans la phrase