Summary
Dutch to German: more detail...
- leeftijd:
-
Wiktionary:
- leeftijd → Alter, Durchschnittsalter
- leeftijd → Lebenszeit, Alter
Dutch
Detailed Translations for leeftijd from Dutch to German
leeftijd:
-
de leeftijd
Translation Matrix for leeftijd:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Alter | leeftijd | bejaardheid; grijsheid; mate van grijs zijn; ouder dan 65 jaar zijn; ouderdom; oudje |
Lebensalter | leeftijd |
Related Words for "leeftijd":
Related Definitions for "leeftijd":
Wiktionary Translations for leeftijd:
leeftijd
Cross Translation:
noun
-
de tijd dat iemand leeft of geleefd heeft, het totaal aantal levensjaren
- leeftijd → Alter
-
een bepaald tijdstip in iemands leven
- leeftijd → Alter
-
gemiddelde leeftijd
- leeftijd → Durchschnittsalter
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• leeftijd | → Lebenszeit | ↔ age — whole duration of a being |
• leeftijd | → Alter | ↔ age — part of the duration of a being or thing between its beginning and any given time |
• leeftijd | → Alter | ↔ âge — Période écoulée depuis la naissance |