Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. luchten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for luchtte from Dutch to German

luchtte form of luchten:

luchten verb (lucht, luchtte, luchtten, gelucht)

  1. luchten (afreageren)
    auslassen; abreagieren
    • auslassen verb (lasse aus, läßt aus, ließt aus, ausgelassen)
    • abreagieren verb (reagiere ab, reagierst ab, reagiert ab, reagierte ab, reagiertet ab, abreagiert)

Conjugations for luchten:

o.t.t.
  1. lucht
  2. lucht
  3. lucht
  4. luchten
  5. luchten
  6. luchten
o.v.t.
  1. luchtte
  2. luchtte
  3. luchtte
  4. luchtten
  5. luchtten
  6. luchtten
v.t.t.
  1. heb gelucht
  2. hebt gelucht
  3. heeft gelucht
  4. hebben gelucht
  5. hebben gelucht
  6. hebben gelucht
v.v.t.
  1. had gelucht
  2. had gelucht
  3. had gelucht
  4. hadden gelucht
  5. hadden gelucht
  6. hadden gelucht
o.t.t.t.
  1. zal luchten
  2. zult luchten
  3. zal luchten
  4. zullen luchten
  5. zullen luchten
  6. zullen luchten
o.v.t.t.
  1. zou luchten
  2. zou luchten
  3. zou luchten
  4. zouden luchten
  5. zouden luchten
  6. zouden luchten
en verder
  1. ben gelucht
  2. bent gelucht
  3. is gelucht
  4. zijn gelucht
  5. zijn gelucht
  6. zijn gelucht
diversen
  1. lucht!
  2. lucht!
  3. gelucht
  4. luchtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for luchten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abreagieren afreageren; luchten
auslassen afreageren; luchten minder stijf worden; overslaan; weglaten; wegsmelten

Related Words for "luchten":


Related Definitions for "luchten":

  1. het buiten laten uitwaaien1
    • je moet die kleren eens luchten1

Wiktionary Translations for luchten:

luchten
noun
  1. Austausch der Luft in einem Raum oder in einem Gebäude

Cross Translation:
FromToVia
luchten lüften air — to bring into contact with the air
luchten auslüften; durchlüften; der Luft aussetzen; ventilieren aérerassainir en mettre en contact avec l’air.
luchten ventilieren ventilerrenouveler l’air au moyen d’un ventilateur.
luchten auslüften; durchlüften; der Luft aussetzen éventerrafraîchir par l’air au moyen d’un éventail ou de tout autre objet.

External Machine Translations: