Summary
Dutch
Detailed Translations for majesteit from Dutch to German
majesteit:
Translation Matrix for majesteit:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Fürst | majesteit; soeverein; vorst | baas; heer; heerser; koning; machthebber; meerdere; meester; monarch; patroon; plaatsbekleder; soeverein; stadhouder; superieur; vorst |
Herrscher | majesteit; soeverein; vorst | baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; heer; heerser; koning; machthebber; meerdere; meester; monarch; overheerser; overweldiger; patroon; plaatsbekleder; regentes; soeverein; stadhouder; superieur; vorst |
Hoheit | majesteit; soeverein; vorst | aanzien; edel; eminentie; grootheid; heerser; hoogheid; hoogste gezag; koning; monarch; oppergezag; soeverein; verheffing; verhevenheid; vorst |
Majestät | majesteit; soeverein; vorst | heerser; koning; monarch; sire; soeverein; vorst |