Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. moedeloos maken:


Dutch

Detailed Translations for moedeloos maken from Dutch to German

moedeloos maken:

moedeloos maken verb (maak moedeloos, maakt moedeloos, maakte moedeloos, maakten moedeloos, moedeloos gemaakt)

  1. moedeloos maken
    abschrecken; entmutigen
    • abschrecken verb (schrecke ab, schreckst ab, schreckt ab, schreckte ab, schrecktet ab, abgeschreckt)
    • entmutigen verb (entmutige, entmutigst, entmutigt, entmutigte, entmutigtet, entmutigt)

Conjugations for moedeloos maken:

o.t.t.
  1. maak moedeloos
  2. maakt moedeloos
  3. maakt moedeloos
  4. maken moedeloos
  5. maken moedeloos
  6. maken moedeloos
o.v.t.
  1. maakte moedeloos
  2. maakte moedeloos
  3. maakte moedeloos
  4. maakten moedeloos
  5. maakten moedeloos
  6. maakten moedeloos
v.t.t.
  1. ben moedeloos gemaakt
  2. bent moedeloos gemaakt
  3. is moedeloos gemaakt
  4. zijn moedeloos gemaakt
  5. zijn moedeloos gemaakt
  6. zijn moedeloos gemaakt
v.v.t.
  1. was moedeloos gemaakt
  2. was moedeloos gemaakt
  3. was moedeloos gemaakt
  4. waren moedeloos gemaakt
  5. waren moedeloos gemaakt
  6. waren moedeloos gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal moedeloos maken
  2. zult moedeloos maken
  3. zal moedeloos maken
  4. zullen moedeloos maken
  5. zullen moedeloos maken
  6. zullen moedeloos maken
o.v.t.t.
  1. zou moedeloos maken
  2. zou moedeloos maken
  3. zou moedeloos maken
  4. zouden moedeloos maken
  5. zouden moedeloos maken
  6. zouden moedeloos maken
diversen
  1. maak moedeloos!
  2. maakt moedeloos!
  3. moedeloos gemaakt
  4. moedeloos makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for moedeloos maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abschrecken moedeloos maken afschrikken; bang maken; verschrikken
entmutigen moedeloos maken ontmoedigen

Related Translations for moedeloos maken