Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. mompelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for mompel from Dutch to German

mompelen:

mompelen verb (mompel, mompelt, mompelde, mompelden, gemompeld)

  1. mompelen (prevelen)
    – het onverstaanbaar zeggen, binnensmonds 1
    murmeln; lispeln; brabbeln
    • murmeln verb (murmele, murmelst, murmelt, murmelte, murmeltet, gemurmelt)
    • lispeln verb (b, lispelst, lispelt, lispelte, lispeltet, gelispelt)
    • brabbeln verb (brabbele, brabbelst, brabbelt, brabbelte, brabbeltet, gebrabbelt)
  2. mompelen (murmelen; murmeren)
    brabbeln
    • brabbeln verb (brabbele, brabbelst, brabbelt, brabbelte, brabbeltet, gebrabbelt)

Conjugations for mompelen:

o.t.t.
  1. mompel
  2. mompelt
  3. mompelt
  4. mompelen
  5. mompelen
  6. mompelen
o.v.t.
  1. mompelde
  2. mompelde
  3. mompelde
  4. mompelden
  5. mompelden
  6. mompelden
v.t.t.
  1. heb gemompeld
  2. hebt gemompeld
  3. heeft gemompeld
  4. hebben gemompeld
  5. hebben gemompeld
  6. hebben gemompeld
v.v.t.
  1. had gemompeld
  2. had gemompeld
  3. had gemompeld
  4. hadden gemompeld
  5. hadden gemompeld
  6. hadden gemompeld
o.t.t.t.
  1. zal mompelen
  2. zult mompelen
  3. zal mompelen
  4. zullen mompelen
  5. zullen mompelen
  6. zullen mompelen
o.v.t.t.
  1. zou mompelen
  2. zou mompelen
  3. zou mompelen
  4. zouden mompelen
  5. zouden mompelen
  6. zouden mompelen
diversen
  1. mompel!
  2. mompelt!
  3. gemompeld
  4. mompelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for mompelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
brabbeln mompelen; murmelen; murmeren; prevelen bazelen; kletspraat verkopen; lallen; lullen; morren; murmeren; ontevreden mompelen; slissen; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen
lispeln mompelen; prevelen fluisteren; lispelen; sissen; slissen; smiespelen; smoezen
murmeln mompelen; prevelen emailleren; moffelen; morren; murmeren; ontevreden mompelen; slissen

Antonyms for "mompelen":


Related Definitions for "mompelen":

  1. het onverstaanbaar zeggen, binnensmonds1
    • je moet niet mompelen, maar duidelijk praten1

Wiktionary Translations for mompelen:

mompelen
verb
  1. geluiden maken die moeilijk te verstaan zijn
mompelen
verb
  1. (intransitiv) (transitiv) mit gedämpfter, fast unverständlicher Stimme sprechen

Cross Translation:
FromToVia
mompelen murmeln mutter — speak under one's breath
mompelen murmeln; murren murmurer — Traductions à trier suivant le sens