Dutch
Detailed Translations for niette from Dutch to German
niette form of nieten:
-
nieten (vastnieten; aanhechten)
Conjugations for nieten:
o.t.t.
- niet
- niet
- niet
- nieten
- nieten
- nieten
o.v.t.
- niette
- niette
- niette
- nietten
- nietten
- nietten
v.t.t.
- heb geniet
- hebt geniet
- heeft geniet
- hebben geniet
- hebben geniet
- hebben geniet
v.v.t.
- had geniet
- had geniet
- had geniet
- hadden geniet
- hadden geniet
- hadden geniet
o.t.t.t.
- zal nieten
- zult nieten
- zal nieten
- zullen nieten
- zullen nieten
- zullen nieten
o.v.t.t.
- zou nieten
- zou nieten
- zou nieten
- zouden nieten
- zouden nieten
- zouden nieten
en verder
- is geniet
- zijn geniet
diversen
- niet!
- niet!
- geniet
- nietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
nieten
Translation Matrix for nieten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
festheften | aanhechten; nieten; vastnieten | aanhechten; bevestigen; ergens aan bevestigen; hechten; lijmen; opplakken; pinnen; spelden; vasthechten; vastlijmen; vastmaken; vastpinnen; vastplakken; vastprikken; vastspelden; vastzetten |
heften | aanhechten; nieten; vastnieten | aan elkaar kleven; aaneenplakken; aanhechten; aanleggen; aanmeren; afmeren; bevestigen; ergens aan bevestigen; hechten; klitten; lijmen; meren; opplakken; opprikken; plakken; vastbinden; vasthechten; vastleggen; vastlijmen; vastmaken; vastmeren; vastnaaien; vastplakken; vastzetten; verbinden; verzekeren |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
Rückendrahtheftung | nieten |