Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. omhoogbinden:


Dutch

Detailed Translations for omhoogbinden from Dutch to German

omhoogbinden:

omhoogbinden verb (bind omhoog, bindt omhoog, bond omhoog, bonden omhoog, omhooggebonden)

  1. omhoogbinden (hoogbinden)
    hochbinden
    • hochbinden verb (binde hoch, bindest hoch, bindet hoch, band hoch, bandet hoch, hochgebunden)

Conjugations for omhoogbinden:

o.t.t.
  1. bind omhoog
  2. bindt omhoog
  3. bindt omhoog
  4. binden omhoog
  5. binden omhoog
  6. binden omhoog
o.v.t.
  1. bond omhoog
  2. bond omhoog
  3. bond omhoog
  4. bonden omhoog
  5. bonden omhoog
  6. bonden omhoog
v.t.t.
  1. heb omhooggebonden
  2. hebt omhooggebonden
  3. heeft omhooggebonden
  4. hebben omhooggebonden
  5. hebben omhooggebonden
  6. hebben omhooggebonden
v.v.t.
  1. had omhooggebonden
  2. had omhooggebonden
  3. had omhooggebonden
  4. hadden omhooggebonden
  5. hadden omhooggebonden
  6. hadden omhooggebonden
o.t.t.t.
  1. zal omhoogbinden
  2. zult omhoogbinden
  3. zal omhoogbinden
  4. zullen omhoogbinden
  5. zullen omhoogbinden
  6. zullen omhoogbinden
o.v.t.t.
  1. zou omhoogbinden
  2. zou omhoogbinden
  3. zou omhoogbinden
  4. zouden omhoogbinden
  5. zouden omhoogbinden
  6. zouden omhoogbinden
en verder
  1. is omhooggebonden
  2. zijn omhooggebonden
diversen
  1. bind omhoog!
  2. bindt omhoog!
  3. omhooggebonden
  4. omhoogbindend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omhoogbinden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hochbinden hoogbinden; omhoogbinden verhelpen